Wat groeit en bloeit in ons park


In het park staan tal van bijzondere planten en leven nog veel meer soorten dieren.
In het noordelijk deel van het park ligt de nadruk meer op natuur en in het zuidelijk deel meer op recreatie. Dit is terug te zien aan de soortenrijkdom. Net na de inrichting van het park kwamen we nog veel pioniersvegetatie zoals de klaproos tegen. De pioniersplanten zijn inmiddels nagenoeg verdwenen en vervangen door meerjarige planten. Dat is een normaal proces. Evenwel raken we ook steeds meerjarige planten kwijt. Zonder goed beheer gaan de grassen, brandnetels, distels en bramen langzaam maar zeker de boel overnemen. De schuld hiervan ligt bij onszelf. Deze planten horen namelijk bij een select groepje planten dat bestand is tegen de enorme stikstofbemesting die dagelijks via de lucht plaatsvindt. Door uitgekiend maaien en afvoeren proberen we de soortenrijkdom zoveel mogelijk te behouden. Want een brede diversiteit aan planten is een voorwaarde voor een brede diversiteit aan dieren.

Wat valt er zoal te zien:

  • planten (ca 150 soorten) zoals: blaartrekkende boterbloem, harig wilgenroosje en wintereik
  • vliegen en muggen (ruim 130 soorten) zoals: hommelreus, kopermantel en rouwvlieg
  • schimmels (ruim 80 soorten) zoals: echt judasoor, elzenvlag en waaiertje
  • nacht- en microvlinders (ruim 80 soorten) zoals: blauwooggrasmot, strooiselmot en witte tijger
  • bijen, wespen en mieren (ruim 80 soorten) zoals: Colanootgalwesp, ranonkelbij en tronkenbij
  • kevers (ruim 80 soorten) zoals: akkerglimmer, penseelkever en zwartkopvuurkever
  • wantsen, cicaden en bladluizen (ruim 50 soorten) zoals: berkenkielwants, bonte geelschild en groene rietcicade
  • spinnen en overige geleedpotigen (ruim 50 soorten) zoals: grote lantaarnspinwespspin en
  • zompzakspin
  • vogels (ruim 30 soorten) zoals: boomkruiper, slechtvalk en ijsvogel
  • sprinkhanen en overige insecten (ruim 20 soorten) zoals: kusser, ratelaar en gewoon spitskopje
  • mossen en korstmossen (ruim 20 soorten) zoals: gedraaid knikmos, kapjesvingermos en vals
  • dooiermos
  • weekdieren (ca 20 soorten) zoals: boerenknoopje, haarslak en tijgerslak
  • dagvlinders (ca 15 soorten) zoals: bruin zandoogje, landkaartje en oranjetipje
  • libellen en juffers (ruim 10 soorten) zoals: gewone oeverlibel, houtpantserjuffer en lantaarntje
  • amfibiën, reptielen en vissen (ruim 10 soorten) zoals: bruine kikker, geelbuikschildpad en
  • goudvis
  • en enkele zoogdieren zoals: mol, eekhoorn en gewone dwergvleermuis

Genieten dus, van alles wat groeit en bloeit!