Op 25 augustus trof ik in een van de eiken in ons park een aantal cocons aan van een overigens wijdverspreid en niet zeldzaam wespje. Het betrof cocons van de schildwesp met de wetenschappelijke naam Meteorus pulchricornis, hetgeen zoiets betekent als: ‘kleine (schildwesp) met mooie hoorns’.
Ook al is deze wesp niet zeldzaam, ik had hem nog nooit eerder gezien en u wellicht ook niet. Dat is overigens niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat dit schildwespje maar 5 mm groot is en zich vooral in juli en augustus ophoudt tussen het gebladerte van bij voorkeur de zomereik.
Met dit wespje is iets bijzonders aan de hand. De vrouwtjes kunnen zich namelijk zonder tussenkomst van een mannetje voortplanten. De onbevruchte eitjes leveren echter uitsluitend dochters op. Binnen deze soort komen dan ook meer vrouwtjes dan mannetjes voor.
Om zich voort te planten moet het vrouwtje schildwesp in ieder geval op zoek naar rupsen. Vooral rupsen van de plakker zijn geliefd en die vindt ze met name op de zomereik. Eenmaal een geschikte rups gevonden, brengt ze met haar legboor een eitje in de rups. Na enige tijd ontwikkelt zich uit het ei een larve die direct begint te eten van het eiwitrijke rupsenlijf. Dat zal niet fijn zijn voor de rups maar ze gaat er niet aan dood. De rups blijft zelf ook dooreten en doorgroeien. De wespenlarve beschikt daardoor steeds over eerste klas vers voedsel. Als het larfje volgroeid is vreet het zich een weg naar buiten om zich te kunnen verpoppen. Eerst maakt ze een cocon die met een draad wordt vastgemaakt aan een blad. In die cocon kan ze veilig verpoppen. Er voltrekt zich nu de gedaanteverwisseling van larve naar wesp. Als die klaar is knipt de wesp met haar monddelen de top van de cocon open en vliegt de wijde wereld in. Op zoek naar een mannetje en, of die nu wel of niet gevonden wordt, op zoek naar rupsen om zich op haar beurt weer voort te planten.
De foto toont de cocons zoals aangetroffen, een opengeknipte cocon en twee opnamen van de daaruit gekropen nieuwe schildwespje met mooie hoorns.