Erg leuk om ook een stukje te mogen schrijven voor HaarenEEN, alleen als je na Gerard Verburg de pen krijgt is het wel een uitdaging! Ik ken Gerard inmiddels ook al zo’n jaar of veertig, hemelsbreed woonde hij vroeger niet zover van de Torenstraat maar pas toen ik zijn dochter Marlène op de middelbare school leerde kennen is het contact tot stand gekomen. We hebben zelfs samen nog de hangplaats voor ouderen in het leven geroepen op de gemeentewerf waar we elkaar toch sowieso elke zaterdag tegen kwamen. Het werd standaard de zaterdag na de eerste vrijdag in de maand had Gerard bedacht. Samen met ons mam werd er voor koffie met een kuukske gezorgd en klets was er altijd genoeg. Gerard heeft er zelfs nog een hele tijd verslag van gedaan in het Haarens Klokje.
Ik ben Daniëlle van Bilsen-van den Dries en ben ook geboren en getogen in Haaren. Ik ben zelfs nooit weg geweest uit de Torenstraat, alleen de oprit overgestoken van nummer 5 naar nummer 7 na het overlijden van mijn moeder. Toen mijn ouders mij verwachtten vond mijn vader dat het tijd werd voor wat meer entertainment voor de jeugd in Haaren. Jeugdcircus Il Grigio bestond al, daar had hij zich ook al mee bemoeid, maar er was nog geen openbaar carnaval. Toen ik in 1969 het levenslicht zag had hij daarom met de eerste leden van de raad van elf carnavalsvereniging de Strûivenwèners opgericht. Daar ben ik dus echt mee opgegroeid en ik vind het geweldig dat ze nog steeds bestaan net zo lang als ik al besta.
Onze Torenbuurt heeft ook altijd mee gedaan met de optochten, vroeger met jeugdwagens waarvan ik me nog alle wagens kan herinneren en later met een damesloopgroep. Die Torenbuurt bestaat inmiddels ook alweer sinds 1974 en is daarmee één van de oudste overgebleven buurtverenigingen. Nadat mijn vader daar zijn bestuurlijke taken heeft neer gelegd ben ik in zijn voetsporen getreden en zit ik alweer meer dan 25 jaar als secretaresse in het bestuur. De Torenbuurt is echt een ouderwetse hechte buurt rondom “onze” oude toren waar we op de torenwei heel uitgebreid ons 25-jarig bestaan hebben gevierd, met een geweldig feest en zelfs een openluchtmis. Een stuk Langeweg, de Torenstraat, stukje Tempeliersweg, de oudste huizen aan de Bossebaan en het Kerkeind tot en met Jan van de Wiel vallen onder de Torenbuurt. We organiseren van alles, van rikavonden tot buurtbarbecues en paaseieren zoeken op de torenwei. Op tweede paasdag luiden de kinderen ook zelf de klokken, lekker in de touwen hangen en je mee omhoog laten sleuren door de zware klokken, dat is natuurlijk uniek!!
Sinds een paar jaar is de buurt weer aan het verjongen dus ook de jeugdactiviteiten worden weer meer opgepakt. Veel van de oorspronkelijke bewoners wonen er nog en we zien ook hun kinderen weer terug keren. We hebben ons door corona heen geworsteld en daar waar kon nog het onderling contact levend gehouden. Hopelijk blijven de versoepelingen en kunnen we elkaar in het echt ook weer meer gaan zien.
Ik vind het heerlijk om in zo’n geborgen en betrokken buurt te wonen. Sommigen van jullie kunnen zich misschien nog herinneren dat in 1981 bij ons in de Torenstraat op nummer 5 de bliksem is ingeslagen waardoor we in één enorme klap letterlijk dakloos waren. In heel Haaren is er toen van alles kapot gegaan door de enorme impact die de bolbliksem had veroorzaakt op het stroomnet. Niemand in Haaren had nog telefoon en alle elektrische apparaten in een vrij grote straal rondom ons huis waren kapot. Ik was samen met mijn buurmeisje alleen thuis en we hebben het met een flinke portie geluk overleefd. Maar wat er daarna gebeurde was wel een echt staaltje burenhulp. Meteen na de inslag is een (nog steeds) heel dappere buurtgenoot naar boven gegaan om te checken dat er verder niemand in huis was, een ander is mijn ouders gaan halen in Oisterwijk die bij mijn opa op bezoek waren, weer anderen hielpen mij met het veilig stellen van wat er nog te redden viel terwijl de vlammen boven uit de ramen sloegen. Van alle kanten zijn we daarna geholpen en ontzorgd. De was werd gedaan, we konden bij iedereen slapen, er is binnen korte tijd een caravan geregeld door een buurtgenoot en die kon dan weer staan op de wei van de andere buurtgenoot.
De meubels die nog goed waren konden in opslag in de schuur bij weer iemand anders in de straat. Zo weet je dat je buurtgenoten ook je vrienden zijn en wat het waard is om met iedereen een goed contact te hebben. Beter een goede buur dan een verre vriend kan niet beter tot zijn recht komen.
Toen ik in 1997 eerst mijn vader en daarna in 1999 mijn moeder verloor wilde ik eigenlijk weg in alle emotie. Maar tijdens een extra ingelaste buurt-bestuursvergadering ben ik door iedereen overtuigd dat ik moest blijven. Toen ik ging trouwen met Oisterwijker René ben ik ook ouderwets met een flinke hoeveelheid carbid losgeschoten door de buurt en die zijn ook zowat allemaal daar een goeie borrel op komen drinken.
Ook al hebben we een fietswinkel in Oisterwijk toch blijven mijn roots heel duidelijk in Haaren en ook René is volledig om mede dankzij zijn introductie in onze buurt. Tijdens de feestjes werd hem al snel duidelijk dat het er in Haaren toch wel wat anders aan toe ging dan in Oisterwijk. Officieel horen we nu wel bij Oisterwijk maar we moeten ervoor waken dat we onze eigen identiteit niet verliezen!!
Nu wil ik de pen graag geven aan de Oisterwijksedreef