Wij, Rob en Jeanine Wolfs zijn nu zes maanden bezig met het tellen van planten en dieren in het park Ruijbosch. Na ruim 100 bezoeken staat de teller op 540 soorten.
Als we nu in het park lopen zien we dat grassen, brandnetels, distels en bramen overheersen. Voor vele bezoekers een doorn in het oog. Je zou niet verwachten dat er nog ruimte is voor andere planten om te groeien. En ook al hebben we tot nu toe maar liefst 190 planten weten te noteren waaronder de zeldzame Kleine ratelaar, een bedreiging vormen ze wel. Zonder goed beheer zullen de grassen, bramen, distels en bramen steeds meer plek gaan innemen en andere planten langzaam maar zeker verdringen. De schuld van de uitbundige groei van deze gewraakte soorten ligt bij onszelf. Deze planten horen namelijk tot een select groepje van planten die bestand is tegen de enorme stikstofbemesting die dagelijks plaatsvindt. De landbouw, de industrie, het verkeer en allerlei andere menselijke activiteiten zorgen voor de uitstoot van stikstofverbindingen naar de lucht. Hierdoor hangt er boven Nederland als het ware een permanente wolk van stikstof die uiteindelijk in de bodem terechtkomt. In Brabant is die wolk zelfs dikker dan gemiddeld in Nederland.
Planten hebben stikstofverbindingen nodig om te groeien. Tegen een teveel aan stikstof zijn de meeste echter niet zo goed bestand, de gewraakte planten gaan er echter juist harder door groeien. Overwoekering is het resultaat. We kunnen niet voorkomen dat de stikstof in het park terechtkomt Gelukkig is er een alternatief om de soortenrijkdom in ons park te behouden; namelijk goed maaibeheer en afvoer van het maaisel. Want met het behoud van de rijkdom aan planten dragen we bij aan de rijkdom aan dieren die hiervan afhankelijk zijn. Moeten we dan geheel af van de gewraakte soorten? Zeker niet. Wist u bijvoorbeeld dat maar liefst 130 soorten voor hun voortbestaan geheel of gedeeltelijk afhankelijk zijn van de brandnetel en dat van de braam ongeveer 300 soorten profiteren?