Bij ons mensen is het organiseren van een huishouden soms al moeilijk genoeg.
Voor een bijenvolk met 40.000 tot 50.000 huisgenoten is dit geen enkel probleem.
De koningin is degene die het volk bijeenhoudt door de afscheiding van koninginnestof en elk volk heeft haar eigen nestgeur.
In een bijenvolk zijn vanaf april tot in augustus werkbijen , een paar honderd darren en één koningin aanwezig.
De naam zegt het al , de werkbijen doen het werk , de darren zijn er alleen om jonge koninginnen te bevruchten, wat ze ook nog met de dood moeten bekopen.
De koningin wordt geheel verzorgd en legt in het hoogseizoen tot 2000 eitjes per etmaal.
De werkverdeling van de werkbijen is vrij strak georganiseerd.
- De bijen die pas geboren zijn verwarmen het broednest en poetsen de leeggekomen cellen , waarin de koningin opnieuw eitjes kan leggen.
- Enkele dagen later worden de oudere larven gevoerd met een mengsel van stuifmeel en honing. Na de ontwikkeling van de voedersapklieren kunnen larfjes van 1 en 2 dagen oud van voedersap worden voorzien.
- Van de twaalfde tot de achttiende dag wordt na de ontwikkeling van de wasklieren, die onder het achterlijf liggen, was afgescheiden om raten te bouwen.
Werkzaamheden die daarop volgen zijn
- Bewaken van het vlieggat tegen indringers
- Het overnemen van binnengebrachte nectar
- Het indikken van nectar tot honing
- Het verzegelen van broed - en honing cellen.
- Het op peil houden van de temperatuur en de luchtvochtigheid
Na ongeveer 3 weken huisbij volgt promotie tot haalbij en wordt nectar , stuifmeel , water en propolis verzameld.
Afhankelijk van wat de omgeving te bieden heeft vliegen haalbijen tot 3 kilometer ver en houden dat 2 tot 3 weken vol en sterven dan buiten de kast.
De winterbijen die geen broed hoeven te verzorgen en geen bloemen te bezoeken leven 6 maanden.
De imker moet er wel voor zorgen dat er voldoende wintervoer aanwezig is in de vorm van honing en zo nodig aangevuld met suiker.
Voor stuifmeel is de bij afhankelijk van wat de natuur te bieden heeft.
Auteur Bert Opsteeg