Het zwermen (zie eerder bericht over zwermen) van een bijenvolk reizen kunnen noemen.
Dit heeft echter te maken met het in stand houden van de soort.
Voor de imker is reizen het verplaatsen van volken naar een plek waar veel drachtplanten aanwezig zijn, de volken goed kunnen ontwikkelen en zo mogelijk honing kan worden gewonnen.
Enkele voorbeelden daarvan zijn wilg , hard- en zacht fruit en koolzaad in het voorjaar , lindebomen in de zomer en reuzebalsemien en heide in de nazomer.
Ook onder glas en in plastic tunnels worden bijenvolken ingezet voor de bestuiving van onder andere aardbei , paprika en courgette. De imker ontvangt hiervoor een vergoeding.
Bijenvolken kunnen verplaatst worden wanneer alle bijen thuis zijn en het niet te warm is en dat is in de avond of bij voorkeur in de ochtend.
Vroeg wanneer de temperatuur het laagst is en de nectar van de vorige dag is ingedikt.
Een goede beluchting van de kasten voorkomt dat de volken warmlopen. De temperatuur loopt dan zo hoog op met als gevolg dat de was en de honing vloeibaar worden en het hele volk dood gaat.
Door de gazen bodem en/of het gebruik van een gazen reisraam op de kast kan dit probleem voorkomen worden.
Het vervoer in de auto of op een aanhanger moet zorgvuldig gebeuren. Op de nieuwe plek moeten de bijen zich weer opnieuw oriënteren. Alles bij elkaar een hoop werk voor de imker , maar wel leuk!
Auteur Bert Opsteeg