Het gaat goed met de ontwikkeling van Lief en Leedstraten in Nederland. Ook met vergelijkbare buurtinitiatieven zoals Stadsdorpen en Voorzorgcirkels. Nederland telt al 2500 Lief en Leedstraten in bijna vijftig gemeenten.
Stadsdorpen
Hoe vaak Marion Mulder van het netwerk Amsterdamse Stadsdorpen niet de vraag krijgt: ‘zorgzame wijken, dat is toch alleen in dorpen mogelijk’? De Stadsdorpen Amsterdam laten zien dat dit geenszins het geval is. Veertien jaar geleden ontstond het eerste Stadsdorp. Inmiddels zijn er 34 Stadsdorpen en er komen er nog meer bij. Sommige Stadsdorpen werken met ‘binnenbuurten’. Dat zijn buurten op straatniveau. Mensen hebben binnen zo’n buurt nauwer contact met elkaar, ze helpen elkaar met basale hulpvragen zoals boodschappen doen voor elkaar of helpen bij vervoer. Iedere binnenbuurt heeft een coördinator. Het netwerk van Stadsdorpen zorgt voor informatie en verbindt de dorpen met elkaar.
Lief en Leedstraten
Wat Amsterdam kan, dat kan in Rotterdam ook! En hoe! Rotterdam is koploper wat betreft de Lief en Leedstraten. In deze Lief en Leedstraten letten mensen op elkaar. Het concept Lief en Leedstraat is tien jaar geleden ontwikkeld door de Stichting Opzoomer Mee Rotterdam. Rotterdam heeft inmiddels ruim 900 van deze straten, en ze zijn ook buiten de stad te vinden. Nederland telt al 2500 Lief en Leedstraten in bijna vijftig gemeenten. Er zijn veel varianten van deze straten, maar het concept is eenvoudig en dat is meteen ook een grote kracht. In iedere straat is er een gangmaker die een lief en leedpotje beheert en ervoor zorgt dat mensen die aandacht krijgen die ze nodig hebben, zoals een bloemetje voor iemand die uit het ziekenhuis komt. Zo’n gangmaker weet ook anderen in te schakelen. Ireen van der Lem toont divers materiaal dat ontwikkeld is voor de Lief en Leedstraten, zoals een handig starterspakket voor beginnende straten. Daarnaast is er een peilstok waarmee wordt geprobeerd inzichtelijk te maken of er door de Lief en Leedstraten meer burencontact is. Ireen is er allang van overtuigd. In de verschillende app-groepjes van de straten ziet zij positieve contacten ontstaan. Voor haar betekent dit tegengif bij alle nare dingen die ze op het journaal ziet.
Contact leggen met iets in je handen
Alle initiatieven hebben te maken met mensen die minder goed te bereiken zijn. Het helpt om verschillende activiteiten aan te bieden, waaronder ook concrete, zoals het repareren van spullen of het werken in de (moes)tuin. Dan hoef je minder sociaalvaardig te zijn om toch mee te kunnen doen. De attenties uit het lief en leedpotje helpen ook. “Contact leggen met iets in je handen verlaagt de vraag- en aanbod verlegenheid”, weet Ireen uit ervaring. Ook moet je het respecteren als iemand echt niet wil meedoen. Soms kan er toch een ingang zijn of de juiste gebruiksaanwijzing worden gevonden. Je moet aan verschillende knoppen draaien, is de conclusie.
Nabijheid is één van de basisingrediënten om een zorgzame buurt tot een succes te maken, naast enthousiaste kartrekkers en geduld. Het heeft een eigen ritme, het kost tijd en dat moet je respecteren. Het gaat vaak over wat Koen zo mooi ‘het kleine helpen’ noemt. Professionals zijn er voor de complexe hulpvragen, zoals medische zorg.
Verder lezen
Wil je het hele artikel van Yvonne Witter lezen klik dan hier. Je krijgt dan ook een inkijkje in vergelijkbare ontwikkelingen in Antwerpen. En Nederland zorgt voor Elkaar vertelt over de Voorzorgcirkels.
Dit artikel is geplaatst met toestemming van ZorgSaamWonen. Ik ben zeer onder de indruk van het groeiende aantal Voorzorgcirkels en het grote aantal Lief en Leedstraten.